De grote verschilmaker (op papier)

Deelinitiatieven passen ook bij de plannen van de Europese Unie om een circulaire economie te hebben in 2050. Hiervoor is een drastisch lager en efficiënter gebruik van grondstoffen nodig. Producten delen draagt hieraan bij. Zo zouden Nederlanders volgens berekeningen genoeg hebben aan één miljoen deelauto’s, als iedereen bereid is om het bezit van de eigen auto te laten varen. Nu telt het land een kleine negen miljoen auto’s. Een enorm verschil. De CO2- en stikstofuitstoot zou drastisch dalen, bovendien zouden alle files in één klap opgelost zijn.

Om van delen echt een succes te maken, moeten consumenten hun gedrag veranderen. Uit onderzoek van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) eerder dit jaar blijkt dat delen en lenen voor veel Nederlanders nog een brug te ver is. Mensen stappen wél makkelijker over op circulaire consumptie als er geen barrières zijn ten aanzien van prijs, gemak en verkrijgbaarheid.

 

Product-as-a-Service

In dat kader liggen er kansen voor initiatieven als Product-as-a-Service (PaaS). Binnen dit concept koop je geen product, maar betaal je voor de dienst of het gebruik van het product. Je koopt dus geen lamp, maar betaalt voor de verlichting. De fabrikant blijft tijdens de hele levenscyclus eigenaar van het product en verantwoordelijk voor onderhoud en service. Bekende en succesvolle voorbeelden van PaaS zijn Netflix en Spotify, ook multinationals als Bosch (koelkasten), Signify (verlichting) en Ikea (meubels) werken ermee.

Architect Thomas Rau is een van de grote initiators van PaaS. Volgens hem dwingt dit concept fabrikanten om na te denken over hun productontwerp en productieproces. Neem een gemiddelde koelkast. Die gaat na een aantal jaren vaak al stuk, waarna de consument weer een nieuwe moet aanschaffen. Mooi voor de producent, maar niet voor het milieu. Als een consument geen koelkast meer koopt, maar alleen betaalt voor koeling, dan verandert het verdienmodel radicaal. In dat geval is het in het belang van de fabrikant dat het apparaat zo lang mogelijk meegaat. En omdat hij de koelkast uiteindelijk ook retour krijgt, wil hij hem zó maken, dat die makkelijk te demonteren is om onderdelen te hergebruiken.  

 

Aantrekkelijk verdienmodel

PaaS is dus goed voor de circulaire economie en voor de consument: hij krijgt een prachtig product waarnaar hij geen omkijken heeft. Maar is PaaS ook interessant voor bedrijven? Hoe zorg je voor een aantrekkelijk verdienmodel? Allereerst door een onverwoestbaar product te maken dat – zo nodig – makkelijk van updates te voorzien is. Hoe langer een product meegaat, hoe meer je erop kunt verdienen. Consumenten betalen immers voor het gebruik. Aantrekkelijk aan PaaS is ook dat je het product terugkrijgt na gebruik. Je kunt het volledig strippen en alle onderdelen en grondstoffen gebruiken voor een nieuw product. Die hoef je dus niet nieuw te kopen, waardoor je goedkoper uit bent.

Een ander voordeel voor jou als ondernemer is dat je een goede reputatie opbouwt – je draagt bij aan een circulaire economie – en ook een relatie krijgt met de eindgebruiker. Via een abonnement of leaseconstructie onderhoud je je product en houd je contact en feeling met consumenten. Hun feedback helpt je om je product en service te verbeteren. Doe je dit goed, dan lever je niet alleen een duurzaam product, maar bouw je ook een levenslange relatie op met je klanten.    

 

Hobbels en uitdagingen

Mooie vooruitzichten, maar PaaS zorgt ook voor uitdagingen voor jou als ondernemer. Denk aan het leveren van reparatie en onderhoud, extra investeringen in product- en procesaanpassingen en een andere cashflowstroom omdat klanten in termijnen betalen. Gelukkig krijgen financiers steeds meer oog voor PaaS als circulair verdienmodel. Ook zijn er juridische hobbels te nemen. Lukt het je om hier goed mee om te gaan, dan kan PaaS een duurzaam en winstgevend model zijn.

Of het nu gaat om delen, (privé-)leasen of Product-as-a-service, steeds vaker bieden ondernemingen hun producten en diensten in een van deze vormen aan. Consumenten staan ook meer en meer open om van bezit naar gebruik te gaan. Het zijn positieve ontwikkelingen. Want alleen als we radicaal anders gaan produceren en consumeren, komen we tot de zo gewenste circulaire economie.